MONDIORING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

"Mondioring" is een relatief jong en internationaal programma. Het kent zijn ontstaan in de jaren tachtig, toen een aantal gerenommeerde Belgische fokkers van Mechelse herders  hun faam ook in het buitenland wilden verzilverd zien.  Na een finalewedstrijd van de Franse Ring kwamen vertegenwoordigers van Nederland, België, Zwitserland, Italië en Duitsland samen in een hotel in Metz. Zij wilden een internationaal programma uitbouwen waar ieder land zijn gading kon  in vinden. Immers: een combinatie van gehoorzaamheid, sprongen en bijtwerk waren slechts in België, Nederland en Frankrijk aanwezig. 

Uiteindelijk werd een overeenkomst bereikt, waarin heel wat elementen van de Belgische ring waren terug te vinden. Uiteraard valt  ook de Nederlandse en zeker de Franse invloed  niet te ontkennen.

Daar het programma internationaal is, zijn er heel wat liefhebbers die vaak naast de nationale wedstrijden, ook aan  wedstrijden in het buitenland deelnemen. Sinds 1994 wordt er ieder jaar een wereldkampioenschap georganiseerd, waarbij elk land de beste combinatie van de drie categorieën afvaardigt. (zoals in de Belgische Ring bestaan er drie categorieën die opgaan in moeilijkheidsgraad)

Kort overzicht van de programmaoefeningen:

GEHOORZAAMHEID/

1. Volgen aan de voet, met en zonder leiband: Volgen aan de leiband: hond en meester leggen een parcours af waarbij de hond zich zo dicht mogelijk naast de geleider blijft.(inbegrepen: richtingswijzigingen en haltes)

2. Vooruit: de hond wordt recht "vooruit" gestuurd. (20, 30 of 40 meter naargelang de categorie waarin de hond is gerangschikt)

3. Afwezigheid van de geleider (1 minuut): liggen (of zitten ook mogelijk in cat.3), met afleiding

4. Houdingen (liggen, zit, rechtstaan) op afstand gegeven door de meester.

5. Weigeren van neergelegd o geworpen lokaas (afhankelijk van de categorie)

6. Terugbrengen van een geworpen voorwerp.

7.Opsporen van een voorwerp (cat. 2 en 3) - te vergelijken met de identificatie van het houtje in de Belgische ring.

SPRONGEN:

In cat.1 maakt de geleider de keus tussen  één van de drie sprongen.

1. sprong over een verticaal schutsel (palissade) - 1,80 m tot 2,30 naargelang de categorie

2. sprong over een "lengtetoestel" van 3 m lengte.

3. sprong over de haag  (1,00 m tot 1,20 m- naargelang de categorie)

 

BIJTOEFENINGEN

1. Frontale aanval met stok ( in cat. 2 en 3 : bijkomende hindernis)

2. Frontale aanval met toebehoren (takken, krant, emmer...)

3. Vluchtende aanval  met schoten

4. Vluchtende aanval met onderbreken (hond wordt op laatste moment teruggeroepen- enkel cat. 3)

5. Opsporen en begeleiden (cat. 2 en 3) : de hond zoekt een verscholen man op en geeft door blaffen de ontdekking aan. De geleider volgt op afstand. De hond belet drie vluchtpogingen.

6. Verdediging van de geleider: de hond zal de meester verdedigen bij een agressie. Voorafgaand wordt een handdruk gegeven. Hierbij kunnen twee pakwerkers gebruikt worden.

7. Bewaken van een voorwerp (cat. 3): de hond zal zelfstandig een voorwerp bewaken. De assistent (pakwerker) zal drie pogingen ondernemen om het voorwerp weg te nemen.  De hond blijft zo dicht mogelijk bij het voorwerp en laat zich niet (te ver) van het voorwerp verwijderen.

Bij één poging mag de assistent gebruik maken van een voorwerp waar de hond dient doorheen te komen.

 

Indien  je interesse hebt, kan je hier het volledig reglement downloaden:

http://www.kkush.be/Portals/kkush/Files/Documents/Secties/1D/NL/Reglementen/2017-01-01%20Reglementering%20Mondioring%202016%20Nederlands%20SMCUFCI.pdf